Terwijl het ene bedrijf net de balans in hybride werken heeft gevonden en de andere organisatie er nog volop mee worstelt, wacht alweer een nieuwe omslag. De aanstaande recessie gaat de werkomgeving beïnvloeden. Onder meer de bezettingsgraad van zakelijk gebruikte gebouwen: het wordt weer drukker op kantoor.
Lees verder
Met de oneliner ‘verandering is de enige constante’ wordt de situatie goed samengevat, vindt Sven Bertens, head of Research & Strategy bij vastgoedbeheerder JLL. Hij spoort werkgevers aan hun mensen voor te bereiden op een flexibel en agile bestaan. “Drastische veranderingen zoals we hebben gezien in coronatijd, soms van de ene op de andere dag, worden het nieuwe normaal.”
“De mindset van mensen zal moeten veranderen”, vervolgt hij. “Zodat de klassieke weerstand tegen verandering afneemt. Daar zijn geschikte trainingsprogramma’s voor. Of je nu receptioniste, schoonmaker of facility manager bent, je zult je als een kameleon moeten kunnen aanpassen aan nieuwe situaties.”
In recent onderzoek stelde JLL een top 10 vast van trends onder grote vastgoedbeheerders. Hybride werken was de belangrijkste. Organisaties zoeken naar de juiste balans tussen de voordelen van werken op kantoor versus het op elke plek en op elk tijdstip kunnen werken. Onder Europese corporates zegt 70% een goede balans te hebben gevonden. Bij hen werken mensen gemiddeld 2,7 dagen op kantoor en de rest thuis of elders.
Wat het JLL-rapport ook zegt, is dat 30% nog met de werkplekstrategie worstelt. En dan wacht alweer een nieuwe situatie, die van een economische recessie. “Ervaringen met eerdere recessies leren ons dat mensen in zo’n geval meer zichtbaar willen zijn”, weet Bertens. “Deels om hun talenten duidelijk te tonen, onder meer uit angst anders hun baan te verliezen, deels om samen met collega’s de schouders eronder te zetten. Conclusie: mensen gaan weer vaker op kantoor werken.”
Ondanks de verwachte economische terugval blijft schaarste op de arbeidsmarkt een probleem, voorziet Bertens. Een factor die eveneens de werkomgeving beïnvloedt. “De werkplek speelt een grote rol in het aantrekken en behouden van talent. Het gaat om verleiden. De werkplek moet aantrekkelijk blijven voor de dagen dat men naar kantoor komt, een betekenisvolle plek.”
“Het creëren van een fijne werkomgeving gaat van nice-to-have naar must-have. Salaris blijft de basis, maar het gaat meer en meer om de secundaire arbeidsvoorwaarden. En dan bedoel ik niet pensioen, auto, laptop of telefoon. Nee, dat behelst een compleet welzijnsprogramma, uitgebreide mogelijkheden voor training en opleiding, een gezonde lunch, dat soort zaken.
”Vooral het welzijn van medewerkers, de human expercience, behoeft aandacht. “Werknemers ervaren minstens zo veel werkdruk als vóór corona. Bedrijven moeten aandacht besteden aan de fysieke en mentale gezondheid van hun mensen.” Naast sportabonnementen en een lunchwandeling noemt Bertens gezamenlijke yogasessies als voorbeeld. “Tijdens corona gebeurde dit virtueel, om de dag of week mee te starten. Nu kan dit bijvoorbeeld één keer per dag een kwartier vanachter het bureau: chair yoga.”
De economische omstandigheden brengen een versnelling teweeg in de technologische ontwikkelingen, is zijn verwachting. “In de wetenschap dat gezonde werknemers in een gezond werkklimaat productiever zijn, zal technologie vooral het welzijn ondersteunen. Tot voor kort ging de aandacht uit naar de werking van de airco en het luchtbeheersingssysteem, maar dat verschuift naar de werknemer en de werkplek. Met sensoren wordt de werkelijke kwaliteit van het binnenklimaat – zoals CO2 en warmte – gemeten en ter plekke bijgestuurd.”
Tot slot stimuleert de recessie duurzaam gedrag. “ESG was al langer top of mind. Aanvankelijk vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel voor de leefomgeving. Daar komt nu het kostenaspect bij, wat tot een extra versnelling leidt. Duurzaamheid gaat een grote bijdrage leveren aan de kostenbesparing.”
Bertens ziet duurzaamheidsdoelstellingen ontstaan in de hele facilitaire keten, van schoonmaak en receptie tot catering en onderhoud. Het uitzetten van de kantoorverlichting in de avond en nacht is maar een simpel voorbeeld. Hij constateert echter een breder, groeiend besef van het verbruik van grondstoffen en van circulaire gedachtes ten aanzien van het gebouw en alles wat er in staat. “Dan gaat het bijvoorbeeld om het inventariseren en oppimpen van bestaand meubilair. In veel bureaus zitten nu nog geen draadloze opladers en USB-poorten. Voorheen werd dat vervangen, maar veel meubilair is geschikt voor hergebruik.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met JLL.