De vraag naar middelen waarmee afval gescheiden kan worden ingezameld, was niet eerder zo groot, zegt Willem Sterkenburg, directeur van Ecosmart. Duurzaamheid maakt een omslag: van vrijblijvende afweging naar noodzakelijke voorwaarde. Afvalinzameling wordt steeds vaker een aparte taak binnen facilitaire dienstverlening. “De tijd dat afvalinzameling in het gebouw door de schoonmaker werd gedaan, lijkt definitief voorbij.”
Lees verder
Het jaar 2021 wordt het jaar van doorpakken. “Praten over duurzaamheid is geweest. Er zullen geen concessies meer worden gedaan aan Safety, Health, Environment en Quality, afgekort SHEQ. We gaan van chique naar SHEQ, van nice to have naar license to operate.”
De kiem daarvoor is gelegd in 2020. “De pandemie heeft de wereld op z’n kop gezet”, vindt Sterkenburg. “Een jaar geleden was één dag in de week thuiswerken flexibel, nu ouderwets. We kunnen in Venetië ineens weer vissen gezien die we voorheen door het vervuilde water niet konden zien. En de lucht was nog nooit zo helder als afgelopen voorjaar. We hebben allemaal kunnen zien dat ons gedrag een grotere invloed op de leefomgeving heeft dan we dachten.”
“Bijna iedereen kent de slogan nog: ‘Een beter milieu begint bij jezelf’. Maar hij was wat versleten geraakt. ‘Het zal wel’, dachten veel mensen. ‘Mijn gedrag heeft toch geen impact’. Maar 2020 heeft laten zien dat het wel degelijk uitmaakt als we ander gedrag vertonen. Dit besef, dat ander gedrag echt invloed heeft, gaat tot andere keuzes leiden.”
Sterkenburg wijst nog op de Earth Overshoot Day, de dag van het jaar waarop wereldwijd alle grondstoffen zijn verbruikt die de aarde in een jaar tijd kan voortbrengen. De dag dus waarop het verder uitputten van de aarde begint. Die dag komt steeds vroeger in het jaar te liggen, maar niet in 2020. Earth Overshoot Day was op 22 augustus, tegen 29 juli in 2019.
Het jaar 2020 heeft ons bovendien geleerd dat we minder afhankelijk moeten zijn van anderen, voegt Sterkenburg eraan toe. “De ketens moeten korter. Waarom moet alles uit Azië komen? Schaarste van grondstoffen dwingt tot meer zelfvoorziening. Er komt een overgang naar het gebruik van secundaire grondstoffen. En die kun je uit afval halen.” En laat dat nu net de specialiteit zijn van Ecosmart, dochterbedrijf van Renewi. Van de inmiddels honderd Ecosmart-medewerkers zijn er veel gedetacheerd bij grote organisaties, bijvoorbeeld in de zakelijke dienstverlening en het onderwijs. “We leveren niet alleen de middelen voor de inzameling van intern afval. We zorgen er tevens voor dat het gescheiden blijft. We wegen en rapporteren en zorgen dat het wordt verwerkt.”
“Steeds meer organisaties beseffen dat interne afvalinzameling de eerste stap is in de circulaire keten, als onderdeel van het integrale afval- en grondstoffenbeheer”, vervolgt Sterkenburg. In kantoren zie je dan ook steeds vaker afvaleilanden, voor drie tot zes verschillende afvalsoorten. Zo zijn er gescheiden afvalunits voor bijvoorbeeld PMD (plastic, metalen verpakkingen en drinkkartons), GFT (“de trend naar gezonder eten maakt deze categorie steeds groter”), koffiebekers, papier en karton en restafval. “Voorheen had je een bak voor papier en één voor de rest en dat was het wel.”
Het inzamelen van de inhoud van al die gescheiden afvalunits vraagt te veel van schoonmakers, constateert Sterkenburg. “Het is een hinderlijke onderbreking van hun schoonmaakwerkzaamheden. Hun core business is grote oppervlaktes efficiënt schoonmaken. Het verdienmodel biedt geen enkele incentive tot betere afvalscheiding.”
“Ons verdienmodel is daar juist wel op gericht”, zegt hij. “Wij hebben alle belang bij een grondige en efficiënte gescheiden afvalinzameling. Wij maken namelijk grondstoffen van dit afval. Zo levert PMD veel grondstoffen op voor nieuwe producten. Natuurlijk, er blijven altijd samengestelde verpakkingen over; niet alle grondstoffen zijn te hergebruiken. Maar we streven zo veel mogelijk naar ‘zero waste’, naar zo min mogelijk restafval door goede afvalscheiding aan de bron.”
Afvalinzameling wordt dus een apart specialisme binnen de facilitaire diensten, naast bijvoorbeeld de beveiliging, receptie, groenvoorziening en schoonmaak. “Het is niet langer een bijproduct van schoonmaak.”
Met ‘doorpakken in 2021’ doelt Sterkenburg vooral op schaalbaarheid. “De tijd van kleine initiatieven en leuke ideeën ligt achter ons. Als je echt stappen wilt zetten in duurzaamheid en circulariteit, dan zul je met schaalbare oplossingen moeten komen. En die zie je nu op veel plekken ontstaan.”
Hij geeft twee praktijkvoorbeelden, te beginnen met Retourmatras, een onderneming die oude matrassen verwerkt tot nieuwe grondstoffen. “Zij zijn een samenwerking aangegaan met IKEA en Renewi. De retourlogistiek verloopt via IKEA, het transport van de oude matrassen naar de recyclefabriek doet Renewi. Retourmatras groeit nu als kool en heeft inmiddels drie fabrieken draaien.”
“Een ander concreet voorbeeld is de samenwerking met de scale-up Peelpioneers. Zij halen etherische oliën en andere grondstoffen uit de schillen van citrusvruchten, zoals sinaasappels. In samenwerking met Albert Heijn en Jumbo zorgt Renewi voor de aanlevering van die schillen. Peelpioneers gaat nu een tweede fabriek openen.”
De conclusie van 2020 is volgens Sterkenburg: “We hebben een soort wereldwijde pilot gedraaid, waarin we hebben gezien dat we zelf wel degelijk het verschil kunnen maken. Het gaat niet zozeer om minder, het gaat vooral om anders. Want onze aarde levert niet onuitputtelijk grondstoffen voor alle producten die we dagelijks gebruiken. Dus als we andere keuzes maken, zaken anders gaan organiseren, dan kunnen we veel meer secundaire grondstoffen gebruiken. Daarmee maken we ons duurzamer, meer zelfvoorzienend en circulair. In 2021 zullen er nieuwe samenwerkingen ontstaan waarmee we zowel ecologisch als economische vooruitgang boeken. Daar kijk ik enorm naar uit.”